Dit is de derde brief van de eerste cyclus van Brieven aan een (niet-)moeder. In deze serie zoek ik hardop mijn (niet-)kinderwens uit, door brieven te schrijven met mensen die zich ooit tot het moederschap hebben moeten verhouden, en voor wie de keuze al gemaakt is. Xan en ik schreven elkaar al brieven (gemist? De vorige lees je hier). Vandaag reageer ik op Xans brief.
Lieve Xan,
Je benijdt mij niet, schrijf je. Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen: ik benijd mijzelf ook niet. Regelmatig verzucht ik dramatisch dat het best een onsje minder had gekund, met dat eindeloos analytische brein van mij. Maar goed, ik kreeg een onsje meer.
Mijn binnenste is een plek waar je op tijd een raam open moet zetten. Zodra gedachten en gevoelens gaan gisten, worden ze giftig.
Door al mijn twijfels, angsten, onzekerheden en wonden nog eens stevig op tafel te leggen, hoop ik rust te vinden in elke keuze die ik maak. Zo hebben veel processen voor mij tot nu toe gewerkt, maar dat zal je aan het eind van deze brief wel lezen. Mijn binnenste is een plek waar je op tijd een raam open moet zetten. Zodra gedachten en gevoelens gaan gisten, worden ze giftig. Als ik ze net op tijd naar buiten laat, blijven er vanbinnen wat open plekken over, waardoor ik de bloemen kan blijven ruiken.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Brieven aan een (niet-)moeder to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.