Dit is de eerste brief van de tweede cyclus van Brieven aan een (niet-)moeder. In deze serie zoek ik hardop mijn (niet-)kinderwens uit, door brieven te schrijven met mensen die zich ooit tot het moederschap hebben moeten verhouden, en voor wie de keuze al gemaakt is. Vorige cyclus schreef ik met Xan, diens laatste brief lees je hier. Deze cyclus schrijf ik met Karin. Karins moeder is op dezelfde datum gestorven als de mijne, maar dan 21 jaar later. Karin was 50, ik was 5. Zelf heeft zij 3 biologische kinderen.
Lieve Karin,
Als ik het woord moeder noem, aan wie denk jij dan als eerst? Aan je eigen moeder, die zo lang jouw rots in de branding was in het moederschap? Aan jezelf? Aan je kinderen, die bij het woord moeder als eerst aan jou zullen denken?
De vanzelfsprekendheid is nooit door mijn harnas van afweer gedrongen.
Jij en ik weten allebei dat de meeste opvattingen of wensen niet zomaar ontstaan. You can’t be, what you can’t see. Onder deze noemer wordt vaak gezegd dat de weinig representatieve weerspiegeling van de vrouw in afgezaagde series en de zo geliefde romcoms (je weet wel: ze jaagt veel te lang op een onbereikbare en vaak giftige liefde, op magische wijze is zij degene die hem van al zijn hechtingsproblemen af helpt, of ze spelen elkaars hechtingsproblematiek keihard tegen elkaar uit, ze vormen een gezin en happily ever after…..) een buitengewoon vormend effect heeft op de kinderwens van jonge vrouwen. Uiteraard ben ik altijd voor meer diverse representatie, maar ik vrees dat ik in dit geval een uitzondering ben die een regel bevestigt. De liefdevolle moederband in series, films en boeken is voor mij nooit een beeld geweest dat ik moest nastreven, maar een pijnlijke confrontatie met wat ik zelf niet had. Misschien dat ik daardoor de verwachting niet zo voel dat ik een kind móet krijgen. De vanzelfsprekendheid is nooit door mijn harnas van afweer gedrongen.
Hoe is dat als je wel een liefdevolle band met je moeder onderhoudt? Was jouw moeder voor jou een voorbeeld in het moederschap? En hoe wist je dat? Was meteen bij het vasthouden van de positieve zwangerschapstest duidelijk: ik wil een moeder zijn (of worden) zoals zij was?
In de documentaire Heb je geen kinderen van Liesbeth Rasker sprak een vrouw die zei: “Ik houd zielsveel van mijn kinderen, maar de rol die erbij kwam kijken - de moederrol - die paste mij eigenlijk niet”. Herken jij dat, dat het hebben van kinderen en een moederrol twee verschillende dingen zijn? En dat het de vraag waard is of je allebei wilt? Wat is ervoor nodig om naast het worden van moeder (dat hebben we bij biologie al geleerd) ook de moederrol te kunnen innemen? Bij wat voor mens past de moederrol?
Dit is een lange inleiding om te zeggen: ik betwijfel of ik het moeder-mens ben.
Een tijd geleden zat ik in Spanje toen het hele land (en Zuid-Frankrijk, en Portugal) door een zeldzame kosmische samenkomst van gebeurtenissen urenlang zonder stroom zat. Dat begon grappend - “lekker rustig” - tot mijn brein een verkeerde afslag nam, en ik per ongeluk ging nadenken over hoe lang het zou duren. Twee dagen later zou ik vertrekken uit het dorpje in de Spaanse middle of nowhere, zouden de bussen dan weer rijden? Zou ik wel weg kunnen? Zou mijn omgeving zich al zorgen maken, dat ze mij niet konden bereiken? Na acht lange uren, die eigenlijk zo voorbijgingen, floepten de lichten weer aan en: happily ever after. Wat bleek: mijn lievelingsmensen thuis hadden niet eens gemerkt dat ik acht hele uren offline was geweest. Dit is een lange inleiding om te zeggen: ik betwijfel of ik het moeder-mens ben.
Maakt mij dat ongeschikt voor de moederrol? Of vertelt het vooral veel over de moederrol waar moeders in gedrukt worden? Een koekjesvorm waar onder de randen nog restjes potentieel worden verdrukt en ongezien blijven.
Mijn zenuwstelsel is, zacht gezegd, niet bijzonder dol op het verliezen van controle. Hoewel die acht uur zo voorbij waren, was ik op het moment dat mijn brein de verkeerde afslag nam absoluut geen vrouw die in staat was een baken van rust te zijn, die haar kinderen gerust had kunnen stellen. Ik was iemand die vanbinnen in paniek dreigde te raken, en alle zeilen moest bijzetten om ervoor te zorgen dat dat niet echt zou gebeuren. Sindsdien denk ik na over die vraag: bij wat voor mens past de moederrol? Kun je moeder worden met een zenuwstelsel dat in de basis een stuk gevoeliger staat afgesteld dan dat van “de gemiddelde mens”? Waar de littekens van haar geschiedenis de smetteloze aanblik vertekent?
Er zijn nog veel meer klassieke eigenschappen die aan moeders worden gekoppeld, die ik niet echt bezit. Ik ben van nature niet buitengewoon zorgzaam. Ik ben best een tandje egocentrisch. Mijn ambities zijn belangrijk voor me. En ik houd dus buitengewoon veel van controle. Maakt mij dat ongeschikt voor de moederrol? Of vertelt het vooral veel over de moederrol waar moeders in gedrukt worden? Een koekjesvorm waar onder de randen nog restjes potentieel worden verdrukt en ongezien blijven.
Het gras is altijd groener aan de overkant, maar hoe groen is gras wat je door een roze bril bekijkt? Zoals je weet ben ik kleurenblind, dus ik houd het maar bij woorden.
Wapenen de eigenschappen die niet in die projectie vallen, mijn overvloedig deeg, mij vooral tegen het verliezen van mezelf? Het eveneens geprojecteerde beeld van een oververmoeide moeder die er in de tienerjaren van haar kroost achterkomt dat ze is vergeten wie ze zelf ook alweer was tussen alle luiers en geschaafde knietjes door?
In mijn schrijven met Xan pende die neer: “We zijn allebei altijd al mensenrechtenactivisten geweest”. Hoe kan het toch, dat zorgen voor de mensheid voor mij de grootste vanzelfsprekendheid is, en zorgen voor een mens zo ver van mij af lijkt te staan? Een wonderlijke bevinding.
Moest jij groeien in jouw rol als moeder? En is dat gelukt? Stond je 1-0 voor door jouw relatie met jouw moeder, of romantiseer ik dan vooral alles dat ik zelf niet heb gekend? Het gras is altijd groener aan de overkant, maar hoe groen is gras wat je door een roze bril bekijkt? Zoals je weet ben ik kleurenblind, dus ik houd het maar bij woorden.
Vertel me alles, en nog een beetje meer.
Heel veel liefs,
Alycia