Dit is de allereerste brief aan een (niet-)moeder. In deze serie zoek ik hardop mijn (niet-)kinderwens uit, door brieven te schrijven met mensen die zich ooit tot het moederschap hebben moeten verhouden, en voor wie de keuze al gemaakt is. In deze editie schrijf ik met Xan. Xan is zelf bij diens geboorte ter adoptie afgestaan, en heeft inmiddels drie volwassen biologische kinderen.
Lieve Xan,
Ik vraag me af hoe je het gedurfd hebt. Hoe het kan dat alle manieren waarop het moederschap jou gevormd had - lang voordat je baarmoeder klaar was om een huis te worden voor een kleine baby - je niet weerhouden hebben om die vorm opnieuw onder de loep te leggen? Zijn cirkels wel rond? Hoort het moederschap zoveel uitstekende punten te hebben waaraan je jezelf kunt openhalen? Is er een vorm die wiskundigen nog lang niet ontdekt hebben?
Hoe voelde jij je, toen je (zo stel ik het mij voor) met een positieve test in je handen stond en wist dat je dit onderzoek aan zou gaan? Was je bang? Misschien is elke aanstaande moeder bang, maar jij en ik delen iets wat gelukkig maar weinigen kunnen zeggen: we hebben geen beeld bij onze moeder in haar moederrol.
Hoort het moederschap zoveel uitstekende punten te hebben waaraan je jezelf kunt openhalen? Is er een vorm die wiskundigen nog lang niet ontdekt hebben?
Dat beeld dat elke keer op zwart gaat als ik erlangs probeer te zappen, dat is wat in mij zoveel verschillende emoties tegelijk oproept dat ze niet meer in hokjes te categoriseren zijn. Gelukkig ben jij volgens mij niet zo dol op hokjes, dus misschien komen we er samen uit. Al is het maar een beetje.
Ik heb altijd luid en resoluut verkondigd dat ik geen kinderen wilde. Geen polonaise aan mijn lijf - een lijf waar ik sowieso al een ingewikkelde relatie mee onderhoud. Het idee dat er een krijsend wezen op deze aardbol zou rondwandelen, -kruipen of -rollen waar ík voor zou moeten zorgen, dat leek mij teveel gevraagd. Ik schreeuwde harder dan ik voelen kon, en dat laatste klonk luider. In de vierde klas was het mijn Engels docent en mentrix bij wie ik mij wel vaker onverholen durfde te uiten. Ze was een van de vrouwen die ik wanhopig probeerde in het moedervormig gat in mijn hart te proppen. Dankjewel Xan, voor die uitdrukking. Ik vind hem prachtig, en zo treffend. Zij was niet de enige met wie ik dat probeerde, overigens. Coaches, docenten, therapeuten, vloggers, schrijvers en influencers, bij allemaal probeerde ik een stukje te halen wat het gat compleet zou maken.
Ze was een van de vrouwen die ik wanhopig probeerde in het moedervormig gat in mijn hart te proppen. Dankjewel Xan, voor die uitdrukking.
Mijn Engels docent was een van degenen die mij waarschuwde: “Mensen zullen tegen je blijven zeggen dat je moet wachten tot je ouder bent met die uitspraak. Ik weet dat je er een hekel aan hebt dat zij doen alsof ze het beter weten dan jijzelf. En toch ga ik het ook zeggen, ik spreek je over een jaar of 15”.
Misschien zou ik haar eens moeten bellen, want natuurlijk had ze gelijk. Hier zit ik, zo’n 13 jaar later, in het hoekje van mijn bank, jou te schrijven omdat ik geen idee heb wat ik met het idee van moederschap aan moet, wetende dat er iets is veranderd tussen toen en nu. Het afwijzen was makkelijker, het vormgeven heeft veel meer opties. Als angst regeert, zijn opties overweldigend.
Ik voel mijn hart opnieuw kloppen in mijn keel, nu ik voor het eerst zwart op wit toegeef dat ik wil ontdekken welke opties er bestaan naast resolute afwijzing.
Het afwijzen was makkelijker, het vormgeven heeft veel meer opties. Als angst regeert, zijn opties overweldigend.
Jij schreef een waanzinnig stuk over walvissen, waar we het nu nog steeds over hebben in onze schrijfclub. Elke kans die we krijgen, vragen we jou opnieuw om dat stuk voor te dragen. Zelf vraag ik het omdat het ook mijn verlangens zo blootlegt, de behoefte aan een school van vrouwen die mij opvangt als het zwemmen door het leven even niet lukt.
Wie waren onze moeders geweest, als hun brein in volwassen staat over het moederschap had kunnen nadenken? Jouw moeder was 16 toen ze jou kreeg, de mijne 19 toen ze mijn broer kreeg. Onze moeders kregen kinderen, terwijl ze nog kinderen waren. Zou dat kinderlijke voor altijd in ons huizen, doorgegeven in de wetenschap dat de eicellen die ons begin vormden al bestonden bij hun geboorte? Of hebben we dat een eigen plek gegeven, door te wachten met eigen kinderen tot we in ieder geval ouder - wellicht niet wijzer - waren dan onze moeders? Hoe oud was jij eigenlijk, toen het moederschap op jouw deur klopte?
Onze moeders kregen kinderen, terwijl ze nog kinderen waren. Zou dat kinderlijke voor altijd in ons huizen, doorgegeven in de wetenschap dat de eicellen die ons begin vormden al bestonden bij hun geboorte?
Heb jij het gevonden, de school die jou droeg en de weg wees toen je in wateren belandde die je nooit eerder had gezien? Helpt het, als de moederrol ooit is ingevuld terwijl het niet vervangen kon worden?
Het is een van de dingen waar ik bang voor ben, dat het moederschap mij zal wijzen naar een gevoel dat vaker heeft bewezen een vergiftigende werking op mij te hebben: eenzaamheid. Niet omdat ik niet alleen kan zijn, integendeel. Maar omdat ik mij zelden begrepen voel in de complexiteit van mijn eigen binnenwereld. Alleen zijn is makkelijker, maar mensen zijn niet gemaakt om alleen te zijn. Hoe leg ik uit dat ik bang ben dat elke klank, elk nieuw woord mij zal herinneren aan de dagen dat ik mijn klanken inslikte omdat er niemand was om ze tegen uit te spreken?
Hoe leg ik uit dat ik bang ben dat elke klank, elk nieuw woord mij zal herinneren aan de dagen dat ik mijn klanken inslikte omdat er niemand was om ze tegen uit te spreken?
Misschien schuilt het antwoord in mijn eigen vraag. Door mijn klanken niet meer in te slikken, en dit het begin te laten zijn. Ik ben nieuwsgierig naar de gevormde antwoorden die in jou schuilen, tot snel lieve Xan.
Liefs,
Alycia